Moeilijk?
Ik heb al vaker verteld en geschreven over het enorme effect dat kleine veranderingen in je lichaamstaal hebben. Mensen worden er enthousiast over en willen dat dan doen. “Maar het is ongelooflijk moeilijk, Willem”, krijg ik dan vaak te horen, “om je aandacht erbij te houden en niet in je oude gewoonte te vervallen.” Dat klopt, dat is ook moeilijk. Daarom een paar tips die mij goed helpen.
Ken je lichaam
Stap 1: Ken de krachtige onderdelen van je lichaamstaal. Die wil je namelijk niet veranderen. Bovendien kun je je sterke punten wellicht gebruiken om de gewenste verandering voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld: een sterk punt van mijn lichaamstaal is mijn expressieve gezicht (‘als een open boek’ krijg ik vaak te horen). Waar ik wat aan wil doen is de vaak wat overdreven negatieve expressie: afschuw, boosheid. Daar zou ik wel wat minder van willen. Een oplossing voor mij is vaker en langer glimlachen. Met mijn beweeglijke gezicht kan ik er op vertrouwen dat die glimlach zeker zijn effect zal hebben omdat-ie goed zichtbaar zal zijn.
Doe iets wel
Stap 2: Zorg ervoor dat je gewenste verandering tot stand komt door iets wel te doen. Dus als ik meer ontvankelijk en vriendelijk wil overkomen, zou ik niet als gedragsverandering moeten hebben:
- Minder fronzen en niet zo vaak met mijn armen over elkaar zitten of staan.
Ik moet iets kiezen dat ik wel kan doen, namelijk:
- Wenkbrauwen twee millimeter omhoog en handen langs lichaam houden met de palmen zichtbaar voor gesprekspartner.
Plannetje
Stap 3: Heb een actieplan. Je lichaamstaal is een van de lastigst te veranderen gewoontes. Je doet het namelijk al heel lang. Ik heb al een fors aantal plannetjes gemaakt voor de twee bovenstaande veranderingen. Hieronder mijn lijstje voor vaker glimlachen.
- Ik geef mezelf aan het begin van de dag (gedurende mijn vaste 5 minuten ‘dag in plannen’) de opdracht om vaker te glimlachen en dan zet ik ook meteen een glimlach op.
- Ik kies situaties uit waarin ik wil oefenen en waar dat voor mij makkelijk is of goed uitkomt. Bijvoorbeeld een vergadering met een wat grotere groep waarin ik vaak alleen maar hoef te luisteren. Daar ga ik lekker zitten glimlachen.
- Ik train mezelf om pijn of ongemak als trigger voor een glimlach te gebruiken. Pijn en ongemak zijn gevoelens waarvan je je wat makkelijker bewust van wordt. Dus de trigger is goed herkenbaar. De training bestaat uit het geven van een mentale opdracht: ‘pijn geeft glimlach’. Helaas voor mij kan ik dan onmiddellijk oefenen, want ik heb vanwege een chronische aandoening altijd wel ergens pijn. Daar hoef dus alleen maar even mijn aandacht naartoe te brengen. Mocht je in wat gunstiger omstandigheden verkeren, dan is het even afwachten tot je je teen stoot.
- Ook stille momenten (even niets te doen, of als ik luister of observeer) gebruik ik als trigger.
- Korte termijn feedback regelen. Aan iemand die een deel van de dag in m’n buurt is vraag ik gerichte feedback. Ik zeg wat ik wil doen en vraag hem of haar daar een beetje op te letten zodat ik aan het eind van de dag of de ontmoeting kan vragen wat hij of zij heeft gezien.
- Op de momenten dat ik bewust mijn glimlach inzet, controleer ik even het effect voor mezelf: een glimlach geeft namelijk onmiddellijk een iets beter gevoel.
- Lange termijn feedback regelen. Ik agendeer een paar reflectiemomenten (1 of 2 per maand) waarop ik zelf na ga hoe succesvol ik ben geweest en of anderen bevraag over mijn gedrag.
Natuurlijk hoeven mijn tips niet voor jou te werken. Mocht je zelf tips of ideeën hebben, dan hoor ik ze graag. Ik ben ook altijd nieuwsgierig naar je reactie of ervaringen.
Leuk om herinnerd te worden aan de kracht van “jezelf herprogrammeren”. Leuk neveneffect is dat als ik zit te glimlachen mensen opeens gaan vragen waarom ik toch zoveel pret heb. 🙂